16-09-2009

La douce France en Norvège 1

Afgelopen 2 weken was ons gele huis in Franse sfeer. Twee weken lang verruilden m’n vader (van Ruud) en zijn vrouw Helene het warme en zonnige zuidwesten van Frankrijk voor het onbestendige en nog steeds regenachtige Noorwegen. We hadden ze het al laten weten, neem warme kleding en vooral regenjassen mee. Van beide kanten zagen we erg naar dit bezoek uit en we hoopten dat dit niet in het Noorse regenwater zou vallen. Toen we hun op 28 augustus ’s nachts gingen ophalen vanaf Gardermoen, beloofde het niet veel goeds. Het kwam met bakken de hemel uit. Het werd echt nachtwerk, want het vliegtuig kwam een uur later aan. Maar het weerzien was er niet minder plezierig om. Het was al bijna anderhalf jaar geleden dat we elkaar gezien hadden. Om bijna 4.00 kwamen we thuis in Hedalen aan en stonden onze viervoeters een grote verrassing te wachten, want de grote verwenperiode van 2 weken ging beginnen.
De volgende ,,ochtend¨ piekte het zonnetje door de ramen. Helene heeft haar woord gehouden……ze zou wat Franse zon meenemen. En dat hadden we hard nodig. Na het ontbijt begon onze verwennerij. Pa en Helene hadden twee koffers gevuld met oa. Franse kazen, worsten, magret de canard, foie gras, échte franse mosterd en heerlijke flessen met bubbels, fantastische wijnen en een super Armagnac. Maar goed dat het een late vlucht was en de Noorse douane meer aan hun bed dachten dan aan illegaal ingevoerde Franse lekkernijen, want de invoerbepalingen werden door pa en Helene behoorlijk overschreden. Omdat ik over een paar weken jarig ben én Olaf’s z’n verjaardag ook niet vergeten was, kregen we nog een paar prachtige cadeaus: en mooie geurlamp en een prachtig eikenhouten schild van de St. Emilion wijn. Aan het wijnstadje St.Emilion hebben wij een speciale en mooie herinnering en dus lieten we de emoties weer even lekker gaan. Wij hadden als welkom de Noorse gulrotkake (worteltjestaart) gemaakt.
De eerste dag kon pa ff wat bijkletsen met Olaf en ging ik met Helene naar de Joker om wat boodschappen te halen en om haar te laten kennismaken met een Noorse supermarkt. Het viel haar, behalve de prijzen dan, niet tegen. We liepen ook nog even een rondje over het naastgelegen museum Bautahaugen.
Wat het het eten betreft (voor de gemiddelde Fransman enorm belangrijk) wilden we ze graag kennis laten maken met het goede wat Noorwegen te bieden heeft. Als welkomsaperitief smaakte de Vassfar Elgpølse (elandworst uit t’ dorp) perfect met de bubbels van Taittinger en aten we de eerste avond, in de oven gebakken zalm met dille en room, komkommersalade én de bekende gekookte poteter. Pa is helemaal in z’n nopjes, want hij is dol op vis én gekookte aardappelen.

Naar Nesbyen.
Als wij in Frankrijk zijn, althans in de zomerperiode, bezoeken we altijd een markt met brocante (rommelmarkt) op, die daar vaak in het weekeinde wordt gehouden. Nu werd in Nesbyen in het Hallingdal toevallig dat weekend ook een markt gehouden: Kjerringstorget (Ouwewijvenmarkt). Georganiseerd door vrouwen, standhouders zijn vrouwen, maar is voor iedereen. Dus wij met z’n vieren naar Nesbyen. Olaf en ik hadden er een bepaald beeld bij; een paar kraampjes met huisvlijt op een modderig grasveld, maar toen we in Nesbyen kwamen stond heel het centrum vol met marktkramen, was er muziek en hing er een gezellige sfeer. Naast de huisvlijt, waren er zeker ook heel mooie dingen te bewonderen en te kopen. Daarnaast veel kramen met lokale en regionale specialiteiten. Een leuke manier om pa en Helene te laten proeven dat Noorwegen zeker ook zijn lekkere kanten heeft.

Na een paar uur slenteren, kijken en proeven, reden we naar het Hallingdal Museum. Het openluchtmuseum was gesloten, maar we konden via het hek aan de achterzijde op het terrein komen. Het blijkt onverwacht mooi te zijn. De stijl van de houten huizen in Hallingdal zijn uitbundiger dan die van Valdres en zijn vaak prachtig bewerkt. Door de ramen zien we dat ook dat de binnenkant vaak mooi is beschilderd. Tussendoor eten we wat blåbær (bosbessen) en fris zure tyttebær (veenbessen). Wat een korte stop moest zijn, werden een paar leuke uurtjes struinen tussen oa. de houten huizen, de zagerij, de watermolen en een grappig houten stationstoilet van het Hallingdalmuseum.





Naar Beitostølen / Valdresflya
’s Maandags ging Olaf werken en ging ik alleen met pa en Helene op stap. Helaas was het zwaarbewolkt die dag, maar ik wilde toch de tocht naar de oostelijke Jotunheimen maken. We reden vroeg richting Fagernes, alwaar we een korte stop en tour bij m’n werk maakten. Daarna reden we verder naar Beitostølen. Daar begon het te regenen. Jammer, want nu waren de toppen niet op nauwelijks te zien door de bewolking. In onze ,,vaste” kro Jotunstogo gingen we lunchen.

Pa moest wel ff wennen, normaal wordt er in Frankrijk wijn gedronken bij de lunch, maar in Noorwegen is dit helemaal niet gebruikelijk, dus dronken we gewoon koffie en chocolademelk bij de smørbrød met garnalen en zalm. Helene ging nog wat op kaart- en souvenirjacht, maar daarna gingen we toch echt de bergen in, ondanks de regen en bewolking. De Valdrsflya, die in de winter gesloten is vanwege de weersomstandigheden en vele meters sneeuw, vind ik één van de mooiste bergwegen. De machtige toppen van de oostelijke Jotunheimen van 2000 meter of wat hoger en het weidse hoogland zijn werkelijk adembenemend.



Ook pa en Helene kijken hun ogen uit en verbazen zich over de grootsheid van dit stuk Noorwegen. Waar we ook verbaasd over zijn, zijn het aantal Nederlanders wat we tegenkomen. Je komt ze ook overal tegen.
Regelmatig maken we een korte stop, waar ze ook direct kunnen kennismaken met de kou. Het waait hard en uiteraard is deze wind niet echt een sirocco, maar een koude noordse wind. Maar de oh’s en de ah’s van de lucht. Helene blijft maar foto’s maken. Dan komen we bij Gendesheim, bij het blauwgroene meer. Een fantastisch punt met uitzicht over het bergmeer.

We stoppen bij de aanlegsteiger van de boot en drinken er een bak koffie. Het is een uitgangspunt voor de, wat door velen de mooiste bergtocht ter wereld wordt genoemd, Bessegen bergtocht. Door de nevel en bewolking ziet het landschap er erg mysterieus uit. Je hoeft niet veel fantasie te hebben om een beeld te vormen van de Noorse mythologische figuren.
We rijden daarna weer terug. Ik moest ze wel met één ding teleurstellen, want de rendieren hebben helaas we niet gezien.
Op de terugweg stopten we in Aurdal bij de Smak of Valdres. Hier zijn alle Valdres specialiteiten te koop. Gelukkig kon ik ze ook laten proeven dat er hier ook lekkere kazen gemaakt worden. Een heel erg bijzondere specialiteit namen we mee naar huis…..Rakfisk. Ik had pa belooft om Helene niet te zeggen wat het is. ’s Avonds aten we dus rakfisk met graved laks (zalm) met rode ui, room en weer de gekookte poteter, samen met bier en akvavit. Nadat we allen smakelijk gegeten hadden, vertelde ik wat rakfisk nu is. Helene, was er niet enorm van onder de indruk. En dat is niet zo gek als je uit een land komt, waar sommige kazen bijna van je bord weg lopen en er zoveel andere specialiteiten zijn, die via een verrottingsproces superlekker zijn. Ze vond de rakfisk dus gewoon heel erg lekker.

Werken
Er moest ook gewerkt worden, want er moet ook brød op de plank komen. In de tijd dat wij werkten, gingen Pa en Helene lekker relaxen met boeken lezen, muziek luisteren en wandelen oa. naar de stavkerk en de molen.Maar er wachtte ons wel een grote verrassing toen we weer thuis kwamen. Want er werd heerlijk gekookt voor ons. Pa plunderde de koelkast en maakte samen met Helene een Franse dis met Noorse ingrediënten. Jummie jummie....Jack en Poppy waren uiteraard ook volledig aan hun trekken gekomen.

15-09-2009

La douce France en Norvège 2

Lang weekendje Sørlandet
Olaf en ik waren van plan om tijdens dit bezoek er even op uit te gaan met z’n vieren. We wilden met ons bezoek uit Frankrijk iets speciaals doen. En wat ga je dan met een ouwe zeerot naartoe? Juist, naar de zee. We wilden graag naar Sørlandet, de zuidkust van Noorwegen. Het is Noorwegen’s goed bewaard geheim, want de buitenlandse toeristen die in Kristiansand, Larvik of Langesund met de boot vanuit Denemarken aankomen, rijden meestal regelrecht naar de fjorden of het bergland. De Noren noemen het soms de Noorse Riviera en dat mogen ze best zo noemen, want Sørlandet is mooi, héél erg mooi en is totaal niet te vergelijken met het wilde bergland. Wij hebben al eens eerder kennisgemaakt met Sørlandet en waren toen al heel erg enthousiast. Het landschap is niet erg hoog en de kust met de vele inhammen (deze worden ook vaak fjorden genoemd) en duizenden skjær (scheren of rotseilandjes), waarvan sommige bewoond zijn. Tussen de skærgård (scherenkust) liggen kleine en grotere dorpen en stadjes met witte houten huizen.
We hadden even het weer afgewacht, maar toen de vooruitzichten goed waren, heeft Olaf via internet een huisje gereserveerd.
Vrijdag vertrokken we ’s morgens richting het zuiden, via de binnenwegroute. Via weg 35 reden we naar Kongsberg naar Notodden waar we in Heddal de grootse stavkirke van Noorwegen bezochten. Pa en Helene hadden al de stavkirke van Hedalen gezien, maar nu konden ze ook er eentje van binnen bekijken. Tja, het houtsnijwerk rond de ingangen blijft een prachtig kunststukje.



Na de kaffe en kake reden we verder Telemark binnen. De mooie fylke (provincie) met de oude boerderijen met stabbur (voorraadschuur). De weg was erg mooi, maar ook heeeeeel erg lang. Maar uiteindelijk reden we het minuscule Portør in en konden we na wat gezoek ons huisje binnen stappen. We hebben er bijna 7 uur over gedaan!!!! Na ons genesteld te hebben konden we ff Portør verkennen. Wat een waanzinnig mooi plekje is dit. Een kleine inham als haventje met wat huisjes en rorbyer (vissershutten). Ons huis voldoet aan alle eisen, al moesten pa en Helene even wennen aan de utendo, het buitentoilet. Er staan overal bramen en dat is voor onze Jack en Pop een aangename lekkernij. Het weekend werd ingeluid met een lekker aperitiefje.



Onze Noorse droom....... een rorby/hytte in Sørlandet!



Jack kijkt uit over het mooie Portør.

De volgende dag na het onbijt, reden we naar Kragerø. Het is een mooi en gezellig plaatsje aan de kust met leuke terrasjes aan het water en smalle straatjes die de heuvel op kronkelen. We maakten er een rondwandeling en uiteraard was er kaffe og kake. In de viswinkel kaapte een man net voor ons de hele krabben- en garnalenvoorraad. Dat was balen dus, maar er was nog wel gerookte makreel en gerookte blåkveite (volgens mij heilbot). Na afloop pikten we een terrasje met echte Noorse øl (bier), want het was heerlijk weer. Voordat we weer teruggingen, stapte ik met Helene de Vinmonopolet (staatsslijterij) in. Tja, dat zijn wel even andere prijzen dan in Frankrijk. Maar omdat ze vond dat de gekochte vis moest zwemmen, nam ze een betaalbare Chablis mee. ’s Avonds genoten we dus heerlijk van de makreel en heilbot met een glas Chablis.





filmpje
De dag erna reden we naar Risør. Een prachtige weg met mooie uitzichten op de Nordfjorden van Sørlandet, leidde naar Den hvite byen ved Skagerak (De witte stad aan het Skagerak). We parkeerden de auto en gingen op verkenningstocht. En al snel blijkt: Risør is een parel, welke zeker niet onderdoet voor de mooiste plaatsjes aan de Middellandse zee. Een mooie haven en hagelwitte houten huizen. Het weer speelt nu ook weer mee. We genieten van de zeelucht en vinden het alle vier helemaal top. Na een wandeling door de smalle straatjes en langs het zeewater, kregen we trek en gebruikten we een Noors-Thaise lunch op een terras met uitzicht op de haven. Daarna haalde Olaf Jack en Poppy op uit de auto en liepen we naar de vissershaven en genoten van de zon en het mooie schouwspel van de houten zeilboten van Risør.
We reden weer terug naar Portør om daar nog wat rond te kijken en was er het gebruikelijke aperitief klaar.





filmpje

Met hondenkroost op een rots in Portør.

Maandag’s zat het er helaas weer op in Sørlandet en gingen we weer terug. De lange bezienswaardige omweg lieten we nu maar voor wat het was en reden ditmaal over de E18 naar Oslo. Daar zouden we het lang weekend mee beïndigen. In Oslo gekomen was het eerst tijd voor kaffe en een broodje garnalen en daarna zouden we wat van Oslo laten zien. Langs het stadhuis welke i.v.m. de komende parlementsverkiezingen helaas was gesloten, de Karl Johansgate met het Nationaal Theater en uitzicht op het Koninklijk Paleis en de vruchteloze tocht naar minibanken die de Franse bankkaart maar niet wilde accepteren.
Hoog op het Oslose verlanglijstje van pa en Helene stond het nieuwe operagebouw. Dus konden we niet Oslo verlaten zonder een bezoekje aan dit nu al Operaen. Beiden genoten zichtbaar van dit geweldige gebouw. Olaf maakte hun ook attent op de toiletten, die volgens hem ook ff een kijkje waard zijn. We zijn nu ook weer een paar cd's rijker, want zowel Olaf als Helene kochten opera cd's. Na afloop liepen we naar de auto en zat ons lang weekend erop en reden we weer naar Hedalen.

Frans bezoek aan de Operaen!

filmpje
Jaaaa, de Osloërs kunnen niet wachten tot de sneeuw komt en daarom oefenen ze op ski's met wieltjes alvast voor de Olympische Spelen in Vancouver 2010.
Na het weekend moesten we weer aan het werk en konden pa en Helene weer wat relaxen. We hadden nog wel beloofd om een kijkje te nemen bij Ronald en Marja met hun schapen, geiten en paarden. Marja had natuurlijk weer voor lekkere kake gezorgd.

De laatste avond gingen we naar Vassfaret. Bij Nevlingen maakten we een wandeling. Ze konden nog even genieten van de Noorse natuur.

Na 14 dagen zat het erop voor pa en Helene. Het is voorbij gevlogen. Olaf moest helaas werken, dus ik moest ons bezoek naar Gardermoen brengen. Wij hebben in ieder geval erg genoten van de afgelopen 2 weken van ons Franse bezoek. Tusen takk!! Merci Beaucoup!!